zaterdag 20 augustus 2011

Taalbroodjes


Naar het Duits luister ik zonder professionele bijgedachten. Ik hoef er niet uit te vertalen, dat zou ik zelfs niet kunnen. De opmerkingen die ’s ochtends bij de bakker heen en weer gaan, dwars over de Kürbiskernbrötchen en Bienenstichen heen, krijgen er iets extra fascinerends door. Het lijkt wel of klanten en verkopend personeel elkaar voortdurend willen geruststellen: Hat’s geklappt? Ich weiss Bescheid. Eben! Kein Problem. Alles klar. Dit alles vrolijk en op heldere toon. Heerlijk om er geen Nederlandse equivalenten voor te hoeven vinden en voluit van het Duits te kunnen genieten. Is het mijn tobberige ziel die wil dat in al die montere uitwisselingen ook veel onzekerheid schuilt? Ik denk toch dat het echt zo is. Onzekerheid sprak in ieder geval ook uit een advertentie in de Niederrhein Nachrichten, de Stentor van de streek. Die advertentie was een huwelijksaanzoek, waarin een rijm was opgenomen: Ich liebe dich, so wie du bist -- Auch wenn das manchmal schwierig ist. Zouden die twee er wel verstandig aan doen om met elkaar te trouwen? Het kan alleen maar moeilijker worden, lijkt me.
Morgen maar weer eens gaan luisteren bij de bakker, die hier ook op zondag open is.  





zondag 14 augustus 2011

Moyland zoals het was en zoals het is


Een klein uur rijden van het vertalershuis in Straelen ligt Schloss Moyland. Ik was daar een paar dagen geleden; een vertaler kan niet permanent vertalen. Toch is er bijna altijd wel een dun draadje met het werk. In dit geval was dat het feit dat Voltaire in 1740 Schloss Moyland bezocht en daar voor het eerst Frederik de Grote ontmoette, de keurvorst van Pruisen. Het slot zag er toen minder bizar uit dan nu. Het is in de negentiende eeuw duchtig en met veel neogotische fantasie gerestaureerd, zie het plaatje hieronder. Na WO2 lag het grotendeels in puin. Ik vind het een gemiste kans dat het toen niet in de oorspronkelijke stijl is herbouwd.             
               We konden niet naar binnen, maar dat was niet erg. De tuin lag er weelderig bij, vol kruiden en bloemen, en de moderne sculpturen glansden in het zonlicht.

zaterdag 6 augustus 2011

Wilfred Oranje



Ik blader in De opstand der Nederlanden van Friedrich Schiller. Het is vertaald door Wilfred Oranje, die op 31 juli is overleden, in een enkele maand geveld door kanker. Hij vertaalde een ontzagwekkend aantal boeken, vooral uit het Duits, vooral klassieke teksten. En bovenal het verzameld werk van Freud.
            Het boek van Schiller is de enige vertaling van Wilfred Oranje die ik hier in Straelen heb kunnen vinden. De vertaler is erin te herkennen aan de gedragen stijl. Ik sla het boek open en citeer tamelijk willekeurig: `Twee zo tegengestelde karakters als Egmond en Alva konden nimmer vrienden zijn; doch een vroege naijver op het punt van krijgsroem had de hertog allang een stille vijandschap met Egmond ingeboezemd [...].’ Een persoonlijke manier van vertalen, die oudere woorden koestert en niet terugschrikt voor gecompliceerde zinsconstructies.
            Met name vanwege zijn Freud-vertaling is Wilfred Oranje een aantal jaren geleden geridderd. In 2007 mocht hij bovendien de vertaalprijs van het Letterenfonds in ontvangst nemen. De jury roemde toen de vertaling van Schiller waaruit ik zojuist citeerde: `Zonder de tekst te vereenvoudigen, te moderniseren of anderszins aan te passen is hij tot een verta­ling gekomen die je bijna niet weg kan leggen: prachtig Neder­lands, klassiek, maar niet hinderlijk ouderwets.’
            Hij werd maar 59 jaar. Wij vertalers zullen hem missen, maar dat is niets vergeleken bij de lege plek die hij in zijn familie achterlaat.       

maandag 1 augustus 2011

Roerloze reiziger



Ik ben voor de duur van een maand verhuisd naar Straelen, waar ik woon en werk in het Europäisches Übersetzer Kollegium. Mijn kamer is groot, de bibliotheek eromheen is enorm, het stadje oogt lief en keurig. Sinds twintig jaar kom ik hier geregeld. In het begin grasduinde ik ijverig in de naslagwerken, maar google en wikipedia hebben dat minder noodzakelijk gemaakt. Van belang is nu vooral dat een vertalershuis mensen samenbrengt, en het EÜK heeft dat goed begrepen. Afgelopen mei bijvoorbeeld werkte Günter Grass hier een week met een aantal vertalers die van plan waren Grimms Wörter  te gaan vertalen. Ik ben wel benieuwd wie van hen zich uiteindelijk waagt aan de vertaling van dit praktisch onvertaalbare boek. Ook duiken hier allerlei duo´s op: auteur en vertaler, mentor en aspirant-vertaler, twee vertalers die samen met één boek bezig zijn. Er worden cursussen gegeven aan studenten uit Düsseldorf, soms komen mensen van de Volkshochschule naar een lezing luisteren, middelbare scholieren proberen uit wat vertalen eigenlijk is.
            En ’s avonds aan de keukentafel voel ik mij een roerloze reiziger, een voyageur immobile, zoals Jean Giono zichzelf noemde. Vertalers uit alle windstreken vertellen verhalen over hun leven, over hun eigen literatuur, over de politieke situatie in hun land. In gedachten reis ik van Hongarije naar Denemarken, van Brazilië naar Rusland. De 110.000 boeken in de bibliotheek staan zwijgend maar welwillend te luisteren. Zij weten al veel meer dan ik. Ze worden misschien niet meer zo vaak uit de kast getrokken, maar het is wel de mooiste boekenverzameling die een vertaler zich wensen kan.