Ik ben voor de duur van een maand verhuisd naar Straelen, waar ik woon en werk in het Europäisches Übersetzer Kollegium. Mijn kamer is groot, de bibliotheek eromheen is enorm, het stadje oogt lief en keurig. Sinds twintig jaar kom ik hier geregeld. In het begin grasduinde ik ijverig in de naslagwerken, maar google en wikipedia hebben dat minder noodzakelijk gemaakt. Van belang is nu vooral dat een vertalershuis mensen samenbrengt, en het EÜK heeft dat goed begrepen. Afgelopen mei bijvoorbeeld werkte Günter Grass hier een week met een aantal vertalers die van plan waren Grimms Wörter te gaan vertalen. Ik ben wel benieuwd wie van hen zich uiteindelijk waagt aan de vertaling van dit praktisch onvertaalbare boek. Ook duiken hier allerlei duo´s op: auteur en vertaler, mentor en aspirant-vertaler, twee vertalers die samen met één boek bezig zijn. Er worden cursussen gegeven aan studenten uit Düsseldorf, soms komen mensen van de Volkshochschule naar een lezing luisteren, middelbare scholieren proberen uit wat vertalen eigenlijk is.
En ’s avonds aan de keukentafel voel ik mij een roerloze reiziger, een voyageur immobile, zoals Jean Giono zichzelf noemde. Vertalers uit alle windstreken vertellen verhalen over hun leven, over hun eigen literatuur, over de politieke situatie in hun land. In gedachten reis ik van Hongarije naar Denemarken, van Brazilië naar Rusland. De 110.000 boeken in de bibliotheek staan zwijgend maar welwillend te luisteren. Zij weten al veel meer dan ik. Ze worden misschien niet meer zo vaak uit de kast getrokken, maar het is wel de mooiste boekenverzameling die een vertaler zich wensen kan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten