dinsdag 2 mei 2017

Interview met Boekblad

De sympathieke en vaardige Constantijn Hoffscholte interviewde mij voor Boekblad. Zo'n interview is altijd weer een goede gelegenheid om hardop verder te denken: over het vak en over de verwevenheid daarvan met mijn leven. 
Vertalers & het boekenvak: Jeanne Holierhoek 
Vertalers: hoe ervaren zij het boekenvak en de aandacht voor hun specialisme? Deze week Jeanne Holierhoek (1947), meermaals bekroond vertaalster van Franse literatuur en filosofie. Zij vertelt waarom een ervaren vertaler soms langer over een tekst doet dan een beginner. En waarom het nog leuker is om filosofie te vertalen dan literatuur. 

Een vertaler met filosofie als specialiteit, die kom je niet vaak tegen.
‘Bij mij is het geleidelijk gegroeid. Ik studeerde Frans met als bijvak filosofie, maar het is niet zo dat ik vastomlijnde plannen in die richting had. Op een bepaald moment mocht ik wat filosofische essays vertalen, dat interesseerde me en van het een kwam het ander. Op den duur kreeg ik de naam een specialist te zijn.’
Waar werkt u momenteel aan?
‘Ik leg de laatste hand aan een nieuwe vertaling van Geschiedenis van de seksualiteit van Michel Foucault. Een dik boek, 700 pagina’s, ik werk er al meer dan een jaar aan. De eerste versie is bijna af, die is bij mij altijd tamelijk definitief. Het komt in de winter uit bij Boom Uitgevers.’
U vertaalde werk van filosofen als Descartes, Montesquieu en Voltaire. Is het niet vaak taaie kost?
‘Integendeel, het vertalen van filosofie is wat mij betreft veel spannender dan het vertalen van romans. Ik vind het fijn als iets moeilijk is. Filosofische teksten vergen een langer proces van interpreteren voordat je ze goed kunt navertellen. Ik heb bijvoorbeeld ook romans van Marie NDiaye vertaald, prachtige en intelligente boeken, maar bij lezing begrijp ik altijd direct wat ze bedoelt. Wat overigens niet wil zeggen dat het vinden van een genuanceerd Nederlands equivalent vervolgens vanzelf gaat. Bij filosofie kost het interpreteren meer tijd, moet je onderzoeken hoe het betoog is opgebouwd. Als dat eenmaal is gelukt, is het herformuleren wel makkelijker. De woorden rollen er dan soms vanzelf uit, al blijft het een gepuzzel om de zinsconstructies zo transparant mogelijk te maken.’
U bent inmiddels zeventig jaar. Hoe lang gaat u nog door met vertalen?
‘Zo lang ik me goed voel. De passie voor het vak is nog volop aanwezig. Bijkomend voordeel is dat ik tegenwoordig een beetje pensioen krijg, waardoor ik het me kan permitteren om mijn klussen zorgvuldiger uit te kiezen. In dat opzicht is dit een plezierige tijd in mijn loopbaan. Mijn bureau, mijn woordenboeken en het bijbehorende denkwerk zijn onveranderd de ankerpunten in mijn leven.’
Gaat het werk u makkelijker af dan vroeger? 

‘Als ervaren vertaler zoek ik naar steeds moeilijker teksten om de uitdaging te behouden. Vroeger vertaalde ik ook wel eens flodderromannetjes, dat zou ik nu niet meer willen. Maar het is niet zo dat het werk sneller gaat. Door je ervaring zie je juist meer valkuilen in de tekst; waar je vroeger misschien een paar oplossingen zag, zie je er nu een heleboel. Toen ik jong was, dacht ik wel eens dat ik perfecte vertalingen afleverde, zo zeker was ik van mijn zaak. Dat heb ik wel afgeleerd. Ik weet nu wat er allemaal fout kan gaan in het vertaalproces.’
Is het voor u belangrijk om contact te hebben met een auteur?
‘Dat voegt zeker iets toe. Ik probeer de auteur als het kan persoonlijk te spreken. Daardoor kun je taalkwesties met elkaar doornemen en krijg je meer inzicht in het taalgebruik van de schrijver. Ik vind dat een stuk prettiger dan een e-mailtje sturen.’
In een interview heeft u eens gezegd dat u zich als de ‘weduwe Montesquieu’ voelde nadat u een aantal boeken van hem had vertaald. Gaat de identificatie met een schrijver zo ver?
‘Ik zou Montesquieu graag hebben ontmoet, hij leek me een sympathieke man. Ik voelde me inderdaad heel dichtbij hem vanwege zijn evenwichtige visie op hoe een staat goed kan functioneren. Als je zo lang met iemands gedachtengoed bezig bent, ga je wonen in zijn hoofd en kijken met zijn ogen. Ik heb ook zijn vroegere kasteel bezocht en lezingen over hem gegeven. Om het identificatie te noemen gaat een stap te ver, maar hij was geruime tijd een trouwe metgezel.’
Wordt het werk van vertalers voldoende gewaardeerd?
‘Ons werk is intrinsiek geweldig interessant, maar het wordt erg slecht betaald. In combinatie met de geringe zichtbaarheid van vertalers vind ik het wel eens moeilijk. De omstandigheden voor vertalers zijn er niet beter op geworden. Het contact met uitgeverijen is tegenwoordig heel zakelijk; in veel gevallen wordt gezocht naar wie het snelst vertaalt en wie het goedkoopst is. Zelf heb ik daar geen last van, want ik werk momenteel vooral voor Boom Uitgevers en voor het kleine, dappere Octavo. Dat zijn prima uitgevers. Toen ik begon, trok een uitgever nog weleens een hele middag uit om samen een tekst door te nemen. Tegenwoordig is dat algemeen gesproken een zeldzaamheid.’
U vindt dat uitgevers vertalers moeten koesteren?
‘Als je het niet met geld kunt doen, doe het dan in ieder geval met een beetje aandacht en immateriële waardering. Enerzijds hebben de uitgeverijen het moeilijker, zijn de oplages vaak kleiner, heeft de economische crisis littekens achtergelaten. Anderzijds worden aankomende vertalers wat beter op weg geholpen, door het Letterenfonds bijvoorbeeld en door het Expertisecentrum Literair Vertalen. In die zin is een deel van de verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van vertalingen verschoven van het bedrijfsleven naar de (semi)overheid. Als ik een workshop geef aan jonge vertalers in opleiding, zeg ik wel eens: “Denk na voordat je vertaler wordt, weet waar je aan begint”. Al moet ik er meteen aan toevoegen dat dit vroeger ook tegen mij is geroepen.’
U schrijft en vertelt veel over uw werk. Wat is uw motivatie?
‘Ik had zelf op jongere leeftijd graag wat handige tips gekregen over hoe je het aanpakt. Nu zijn er de vertalersopleidingen, en als mij wordt gevraagd daar iets te vertellen zeg ik graag ja. Het idee bestaat dat wij een eenzaam beroep hebben, maar ik vind het wel meevallen. Uit het vertalen vloeien tal van contacten voort: met studenten, met geïnteresseerd lezerspubliek, met de auteur, met adviseurs en meelezers. Ik draag graag iets van mijn kennis en ervaring over. En het blijft leuk om samen met een groep belangstellenden in een tekst te duiken.’

Geen opmerkingen:

Een reactie posten