maandag 6 november 2017

reizigster

Altijd weer leuk om aan jonge mensen iets over vertalen te vertellen. En dat deed ik onlangs aan een groep studenten in Nijmegen. Martijn ter Haar, die stage loopt bij het NLF, maakte foto's en schreef een verslagje. Zie hieronder zijn publicatie op de facebookpagina van het Letteren Fonds.
Bloed, zweet en tranen
Door: Martijn ter Haar
“In sommige uitdrukkingen zit gelaagdheid: associaties die veranderen met de tijd zijn soms onmogelijk om te vertalen, maar je kan ze wel in een nieuw associatieveld zetten. Bloed, zweet en tranen associëren jullie met André Hazes. Ik associeer het met Winston Churchill.” Op de Radboud Universiteit Nijmegen gaat Jeanne Holierhoek, zeer ervaren vertaalster van Franse literatuur en filosofie, gelauwerd en geridderd, in gesprek met masterstudenten. Momenteel werkt zij aan een vertaling van l’Histoire de la sexualité van Michel Foucault, die bij Boom uitgevers zal verschijnen.

Dr. Marc Smeets introduceert Jeanne Holierhoek als de “grande dame” van het vertalen Frans-Nederlands. Zij reageert daarop bescheiden: “mais il y a plusieurs grandes dames…” Centraal in het college staat de rol van de vertaler als bemiddelaar. Met gevoel voor humor - serieuze vertaalkwesties worden afgewisseld met anekdotes - geeft Holierhoek de studenten een kijkje in haar leven als vertaalster, vroeger en nu.
Vertalen: vrijheid?
“Toen ik Frans studeerde aan de Rijksuniversiteit Leiden was er net een vertalersopleiding op komst, aan de UvA. Ik had nog niet echt het idee dat ik vertaalster wilde worden. Toch werd ik wel aangetrokken door de vrijheid van het vak.” Holierhoek vond dat er iets romantisch rondom het beroep van vertalen hing: lekker vrij, bezig zijn met literatuur. “Ik begon met het vertalen van tweetalige auteurs als Samuel Beckett en Pablo Picasso. Misschien was dat een hobby van de toenmalige redacteur van uitgeverij Meulenhoff. Toevallig is Jonathan Littell, die ik jaren later vertaald heb, ook tweetalig.” Hoewel zij vertaalkwesties tijdens dit college niet wetenschappelijk benadert, benadrukt Holierhoek het belang van wetenschappelijke vertaalopleidingen, bijvoorbeeld die aan de Universiteit Utrecht. Studenten van die opleidingen weten veel en kunnen goed vertalen. Ook Filter. Tijdschrift over vertalen, dat uitgegeven wordt bij Uitgeverij Vantilt, draagt bij aan de reflectie op vertalen.
Holierhoek vertelt dat er de laatste jaren veel activiteiten zijn met en vanuit vertalers, zoals de Vertalersgeluktournee van het Nederlands Letterenfonds | Dutch Foundation for Literature en de Europese Literatuurprijs, ook georganiseerd door het Letterenfonds. Verder zijn er mogelijkheden om een tijdje te werken in een buitenlands vertalershuis. “In Arles, Zuid-Frankrijk, heb je er een in een voormalig hospitaal, waar Vincent van Gogh verbleven heeft.” “Hé, daar ben ik geweest tijdens mijn vakantie!”, klinkt er door de zaal. Die spontane opmerking is kenmerkend voor de open sfeer tijdens het college: door het persoonlijke karakter van haar verhaal, weet Holierhoek de studenten te boeien, interesse te wekken voor het vertalersleven.
Geen droomvisie
Het contact met literaire uitgeverijen verloopt soms lastig: “Tegenwoordig wisselen redacteuren snel van uitgeverij. Bovendien kunnen ze vaak geen Frans lezen. Veel uitgeverijen hebben personeel in dienst met een achtergrond in het management, de kennis van de literatuur is er verschraald. Het komt voor dat het honorarium laat betaald wordt. Vroeger was beslist niet alles beter, maar wel werden vertalers wat meer door hun uitgeverijen gekoesterd en begeleid. Tegenwoordig moet dit veeleer komen van de universiteiten, van het Expertisecentrum Literair Vertalen, van het Letterenfonds. Er is in dit opzicht dus een verschuiving zichtbaar van de private sector naar de (semi-)overheid.” Zijzelf werkt gelukkig voor attente en deskundige uitgeverijen, Boom en Octavo publicaties bijvoorbeeld. Een studente wil “heel misschien” literair vertaler worden. Holierhoek houdt de studenten echter geen droomvisie voor: “Vertalen is een eenzaam beroep. Veel vertalers kozen het beroep, omdat ze graag alleen werken, maar je moet de deur uit om aan het werk te komen en je netwerk te onderhouden.”
Wakker
Vervolgens gaat Holierhoek met studenten in gesprek over De Welwillenden (Les Bienveillantes), de Franstalige debuutroman van de Amerikaan Jonathan Littell. Dit bijna 1000 pagina’s dikke boek werd door haar, samen met Janneke van der Meulen vertaald. De Welwillenden verscheen in 2008 bij De Arbeiderspers en was een succes in Nederland. Daarvoor had het al veel publiciteit gehad in Frankrijk, zowel positief als negatief. Studenten ervaren het boek, waarin SS-beul Max Aue aan het woord komt, als “emotioneel zwaar”, “heel indrukwekkend”, zelfs “verstikkend”. Een paar studenten hebben er een nacht wakker van gelegen. Wanneer Holierhoek vertelt dat vertalers per woord betaald worden, wordt er gevraagd of een vertaler per woord in het origineel of per woord in de vertaling betaald wordt. “Per woord in het origineel, anders zou je misschien de neiging krijgen flink te gaan uitweiden…”, antwoordt ze.
Nederlands
Cecile Collin, masterstudente Europese Letterkunde (bachelor Nederlands), merkt op dat vertaalkwesties ook voor neerlandici relevant zijn: “Weinig neerlandici hebben de ambitie om als vertaler aan de slag te gaan. Maar de lezing van Jeanne Holierhoek gaf ook inzicht in het Nederlands, in de rijkdom van de Nederlandse woordenschat bijvoorbeeld. Waar de Fransen het woord ‘horrible’ gebruiken, zijn er in het Nederlands legio mogelijkheden om het woord te vertalen: het kan ‘afschuwelijk’, ‘angstaanjagend’ of ‘verschrikkelijk’ betekenen. Bovendien: neerlandici vinden soms een baan bij een uitgeverij en dan werk je ook samen met vertalers, dus het is zeker nuttig om kennis te hebben van hun vak.”
Jeanne Holierhoek ontving meerdere keren subsidie van het Nederlands Letterenfonds en was - op uitnodiging van het Nederlands Letterenfonds - in 2010/2011 Translator in Residence bij het NIAS KNAW - Netherlands Institute for Advanced Study, waar ze werkte aan haar vertaling van teksten van René Descartes. Holierhoek vertaalde onder meer werk van Guy de Maupassant, Montesquieu, Voltaire, Simone de Beauvoir en Jean Giono. Haar werk werd meerdere malen bekroond met vertaalprijzen. In 2007 ontving ze de Elly Jafféprijs voor haar gehele vertaaloeuvre, in het bijzonder voor Over de geest van de wetten (De l’esprit des lois) van Montesquieu; in 2011 de Europese Literatuurprijs voor de roman Drie sterke vrouwen van Marie NDiaye.
Het gastcollege van Jeanne Holierhoek is onderdeel van de cursus ‘Het Franse literaire veld in de 21e eeuw: (her)schrijven, (be)middelen, (aan)prijzen’. In deze cursus, aangeboden door de Master Letterkunde Radboud Universiteit, worden Franstalige auteurs als Michel Houellebecq, Alain Mabanckou en Leïla Slimani behandeld. Studenten krijgen inzicht in de voornaamste debatten in het Franse en Franstalige literaire leven van vandaag en in de verschillende spelers die betrokken zijn bij de productie, distributie en receptie van literatuur.
Martijn ter Haar is stagiair communicatie bij het Nederlands Letterenfonds en redactiestagiair bij Relief- Revue électronique de littérature française. Hij studeerde Franse taal en cultuur aan de UU en zit momenteel in de afrondende fase van de master Franstalige Letterkunde aan de RU. In zijn afstudeerscriptie doet hij onderzoek naar de herinnering van de Irakoorlog in Franstalige literatuur.
Links:

Geen opmerkingen:

Een reactie posten