De
meeste mensen reizen tegenwoordig in de breedte. Gebrek aan middelen en gebrek
aan tijd houden mij wat dichter bij huis. Ik zal nooit New York zien, noch de
Chinese Muur of Kaap de Goede Hoop. Hoeft ook niet. Het eiland Texel, omspoeld
door golven in voortdurend wisselende kleuren, was dit jaar een prachtig decor
om oud en nieuw te vieren. Ik wandelde er in de wind en ik maakte er ook een korte
reis in de diepte, terug in de tijd. Op wat `het Russenkerkhof’ wordt genoemd,
zagen we het gedenkteken voor de Georgiërs die zijn gevallen in de strijd tegen
de Duitsers. Ik had al eens gelezen dat Texel pas op 20 mei 1945 was bevrijd,
na hevige gevechten tussen Duitse militairen en opstandige Georgiërs. Alweer
zo’n oorlogsepisode die vooral dankzij verhalen over individuele belevenissen
oprijst uit het verleden, net als de gebeurtenissen in Rhoon die zo adembenemend
werden beschreven in De vergelding
van Jan Brokken.
Iemand
gaf mij het boekje Sondermeldung Texel
van Dick van Reeuwijk, veel dunner dan De
vergelding en minder omgebouwd tot pakkend relaas, maar wel erg informatief.
Wrede Duitsers, hulpvaardige Duitsers, Duitsgezinde Georgiërs, anti-Duitse
Georgiërs, NSB’ers, onderduikers, verzetsstrijders… Allemaal weerden ze zich in
april en mei 1945 op dat kleine eiland, waar ook nog `gewone’ Texelaars woonden.
Die kwamen natuurlijk volledig in de knel. De slachtoffers vielen aan
alle kanten, soms werd er in het wilde weg geëxecuteerd. Het begon allemaal op
5 april 1945, toen de Georgiërs in de nacht honderden Duitsers doodstaken.
Daarna werd het een chaos waarin de kansen wisselden, totdat op 20 mei de
Canadezen arriveerden.
Er
staan schrijnende verhalen in Sondermeldung
Texel, bijvoorbeeld over bakker Theo Smit uit Den Burg. Na de capitulatie
werd deze hulpvaardige man alsnog doodgeschoten aan zijn eigen keukentafel, per
ongeluk, door een bevriende Georgiër die wilde demonstreren dat er geen kogels
meer in zijn revolver zaten. De weduwe Smit toont zich groots, als ze op die
afschuwelijke gebeurtenis terugkijkt: `Ik heb ook altijd veel medelijden gehad
met die Georgische jongen, om met zo’n schuld te moeten leven!’ Na jaren slaagt
ze erin weer met hem in contact te treden. Ze schrijft hem een brief waarin ze
meldt dat ze hem vergeven heeft. De Georgiër schrijft dankbaar terug, maar een
ander gevolg is dat zoon Smit, die inmiddels bij de marine zat, bij de
inlichtingendienst moest komen om te worden ondervraagd: waarom had zijn moeder een brief naar Georgië gestuurd? Er was op dat moment immers
alweer een nieuwe oorlog begonnen: de koude.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten