Ruim
vijftien jaar geleden vertaalde ik het operalibretto van Francis Poulenc. Hij
hield zich trouw aan het scenario van Georges Bernanos en beperkte zich tot
schrappen en comprimeren. Maar wel en vooral voegde Poulenc er zijn soms
bijna onverdraaglijke muziek aan toe. Niet elke dag is geschikt om naar deze
opera te luisteren, eerst moet ik me geestelijk voorbereiden op de ellendige afloop, en als tussendoortje is er dan ook nog de vreselijke doodsstrijd van de eerste abdis. Het verhaal
is gebaseerd op ware gebeurtenissen: er zijn in juli 1794 zestien
karmelietessen uit Compiègne in Parijs onthoofd. Durfden ze wel, die
bloeddronken revolutionairen?
Onlangs las ik eindelijk de novelle van Gertrud von Le Fort, de oerversie van scenario en libretto. Elke literaire vorm heeft zijn eigen mogelijkheden en
beperkingen. De novelle stelt naar mijn smaak literair niet veel voor. Ik krijg
er vooral een andere kijk door op zuster Marie van de Menswording, die in een
theologisch hoogstandje het grootste offer brengt door zich aan de opoffering
van haar medezusters te onttrekken – en dat bedoel ik niet eens denigrerend of ironisch. In
de opera wordt de band met het hiernamaals min of meer doorgesneden en zijn we
weer helemaal terug op aarde, onder de mensen. We leven vooral mee met Blanche, die voor het
kloosterleven koos in een hang naar veiligheid, maar uiteindelijk vrijwillig
het schavot beklimt en daarmee onze eeuwige sympathie verdient.
Gertrud von Le Fort publiceerde haar novelle in 1931. Naar het schijnt zocht ze het
vooral bij onderwerpen uit het verleden om indirect te kunnen waarschuwen tegen de woeste
nazistische storm die was opgestoken. Wat een geluk dat Poulenc via Bernanos
het thema heeft opgepikt en uitgewerkt!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten