zondag 17 maart 2013

Poulenc in Hoorn




Wat hebben ze in Hoorn een aantrekkelijke schouwburg. Knus en comfortabel, maar met een weids uitzicht: vanuit de foyer kun je tot in de verte het Markermeer zien golven, als je tenminste naar een zondagochtendconcert gaat.  Ik was toevallig in de buurt en bezocht er een voorstelling over Francis Poulenc. Philip Freriks praatte de muziek aan elkaar in een knappe afwisseling van anekdotes en globale typeringen. Valérie Guillorit zong met de nerveuze elegantie waar het Franse lied om vraagt, en pianist Marcel Worms zorgde voor een sprankelende begeleiding.
Ik wist niet dat Poulenc ooit een hit had gescoord. Dat bleek het geval te zijn geweest met `Les chemins de l’amour’, kort na WO2 op de plaat gezet door Yvonne Printemps. Een lekkere driekwartsmaat maar wel een weemoedige tekst. Er was trouwens veel weemoed in het programma: de lege kano’s bij La Grenouillère, de onaantrekkelijk geworden Rue St.Martin, waar André Platard in 1942 door de Duitsers werd weggevoerd, het heimwee naar een liefde die is verdwenen.
Eigenlijk kwam ik naar die voorstelling vanwege Louise de Vilmorin. Poulenc heeft een aantal van haar gedichten op muziek gezet en Louise dwaalt al een tijd door onze atelierbijeenkomsten. We hebben haar grillen leren waarderen en we berusten in haar veeleisendheid. Haar teksten zijn op het eerste gezicht wat chaotisch, maar ze blijken onberispelijk te zijn gestructureerd. Diep in wat ze schrijft liggen twijfels en wanhoop  verborgen, afgedekt met kleurige fantasieën.
Valérie Guillorit zong van haar onder andere de tekst `Le garςon de Liège’. De dichteres vindt die jongen uit Luik wel leuk. Misschien kan hij haar verveling verdrijven maar ja, hij komt uit `Liège Léger, léger comme le vent, qui ne se prend à aucun piège’. Daar zit dus waarschijnlijk niet veel toekomst in, maar het klonk mooi.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten