Het was Open Monumentendag, en ik bezocht het oude raadhuis
in Delft, de stad waar ik ben geboren en getogen. We mochten doordringen tot in
het oudste deel, tot in de kleine gevangenis waar ook Balthasar Gerards een
paar dagen heeft doorgebracht. De gids hield een plastisch verhaal over de vele
manieren waarop je daar kon worden gefolterd. Het enige kind in ons gezelschap
van oudere cultuurconsumenten trok wit weg en kroop steeds dichter tegen zijn
oma aan.
Op de lagere school werd ons
verteld over Willem van Oranje, neergeschoten door de snode Balthasar Gerards.
Er was een omweg voor nodig om me te realiseren dat er eigenlijk twee slachtoffers waren:
de Vader des Vaderlands zelf, nadien neergevlijd in een praalgraf in de Nieuwe Kerk, en ook Balthasar Gerards, wiens gefolterde lichaam, met allerlei instrumenten
bewerkt en uiteindelijk uit elkaar gerukt, door de vogels is opgevreten. De
omweg was Discipline, toezicht en straf
van Michel Foucault, vertaald door Vertalerscollectief HUG. Foucault verstaat
de kunst om zijn hoogst abstracte uiteenzettingen te larderen met pakkende anekdotes.
Hij citeert op pagina 78 uit de kronieken van Brantôme († 1614). Het is inderdaad een pakkend verhaal, maar het is niet
juist. Volgens Brantôme zou Gerards achttien dagen lang zijn gefolterd. Gelukkig voor hem heeft het korter geduurd: 10 juli was de aanslag 1584, op 14 juli stierf Gerards aan het eind van een langdurig martelritueel (hand afgeknepen met een gloeiende
tang, hart in het gezicht gegooid) op de Markt van Delft, tussen de Nieuwe Kerk en het stadhuis. Hij was een vrome katholiek, oprecht van oordeel dat hij iets goeds had gedaan door de afvallige Willem te doden. Hij was 27 jaar oud.
Philips II had een
beloning in het vooruitzicht gesteld voor wie Willem van Oranje zou vermoorden,
of anders voor de nabestaanden van de moordenaar. Uiteindelijk was Philips niet
bereid het geld te geven. Ook de beloofde adellijke titel heeft nooit iemand
van de nabestaanden in ontvangst mogen nemen.(Op de foto: het stikhok, een nog kleinere ruimte in de kleine ruimte die in het stadhuis van Delft als gevangenis diende. Balthasar zelf is buiten dat hok gebleven, anders zou hij al na twee dagen bij gebrek aan lucht zijn gestorven.)
Ik betitel de aanslag op Willem van Oranje liever als een buitengerechtelijke executie. Deze roofridder uit Dillenburg heeft o.a. In de meierij (omgeving Den Bosch) zijn moord-en roofzucht botgevierd door 74% van de bevolking uit moorden. Die van Oranje moest gestopt worden.
BeantwoordenVerwijderen