Een week lang was ik niet alleen cartésienne maar ook descartoise, want een week lang verbleef ik in Descartes, het stadje in Touraine waar René Descartes in 1596 is geboren. Toen hij er ter wereld kwam heette het stadje Descartes nog La Haye. Pas veel later, toen de inwoners zich realiseerden dat ooit een genie in hun dorp het levenslicht had aanschouwd, is het Descartes gaan heten. De kleine René werd er gedoopt, zijn moeder ligt er begraven. Zij stierf toen René dertien maanden oud was. Het geboortehuis is ingericht als museum, waar het verhaal wordt verteld van zijn leven en zijn tijd en ook, heel vluchtig, van de filosofie door de eeuwen heen. Eens per maand geeft iemand er les, en zo zat ik ineens in een vertrek van bescheiden afmetingen samen met een vijftiental andere filosofieliefhebbers -- voornamelijk dames op leeftijd zoals ik -- te luisteren naar François Vezin, die Heidegger heeft vertaald en herhaaldelijk benadrukte dat hij heeft gestudeerd bij de filosoof Jean Beaufret. In dat huis vol geschiedenis vertelde Vezin ons over Socrates.Tevreden verlieten de dames het pand.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten