Uit boekbesprekingen komt soms naar voren dat recensenten een hekel hebben aan bijvoeglijk naamwoorden. Ik herlees in deze dagen Drie sterke vrouwen van Marie NDiaye, omdat er een herdruk van het boek komt en er altijd wel wat aan een vertaling te verbeteren valt. Maar NDiaye houdt juist wél van bijvoeglijk naamwoorden.
Ik citeer tamelijk willekeurig: In de dagen daarna, roerloze, drukkende dagen, bleef de lucht grauw, maar wel was er een intens schijnsel, alsof de zee met haar schakeringen van fonkelend metaal een loden licht uitstraalde. En verder: En ze verbaasde zich niet meer over de ruwe, strijdlustige klank van haar eigen stem, die op een barse en geslachtsloze toon vragen stelde in de paar woorden Engels die ze in de eettent had opgepikt...
In de vertaling heb ik hier en daar geprobeerd het aantal adjectieven enigszins terug te dringen. Zo’n hele reeks achter elkaar past beter in het Frans dan in het Nederlands, alleen al omdat de adjectieven zich in het Frans rondom het zelfstandig naamwoord groeperen en je ze in het Nederlands allemaal vóór het zelfstandig naamwoord moet proppen: une belle et grande maison verte – een mooi en groot, groen huis. Wat klinkt beter?
Er zijn wel foefjes om het adjectief in het Nederlands te veranderen in een andere woordsoort. In plaats van gele, gebloemde, gekreukte jurk maak je er gele bloemetjesjurk vol kreukels van, bijvoorbeeld.
Al herlezend raak ik opnieuw volledig in de ban van het boek. Er staat zo veel in, en alles past bij elkaar: de borende analyse van gedachten en gevoelens, de berichten uit een rauwe wereld van vluchtelingen en mensensmokkelaars, het groteske verslag van een mislukte keukeninrichting, de magische vogels...
Marie NDiaye is a.s. zaterdagavond 3 september op Manuscripta, waar ze kort zal worden geïnterviewd door Philip Freriks. Maandagavond 5 september is ze in het Maison Descartes.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten