Laurent Binet schreef een roman over de aanslag op Reinhard Heydrich. Het mocht van Binet geen geschiedenisboek worden. Anderzijds wilde hij zich in zijn roman beperken tot wat historisch vaststaat. Op die manier is het boek niet alleen een adembenemend verslag geworden van dramatische gebeurtenissen, maar ook een weergave van de worsteling van een auteur met een zelfgestelde voorwaarde: de feiten vertellen, en niets dan de feiten. Probeer niet je te verplaatsen in de gevoelens van je historische personages, smuk je verhaal niet op met gefantaseerde details, voeg zelfs niet toe dat iemand rood wordt van ergernis als je het niet in een of ander document hebt gelezen.
Soms maakt die eis een wat geforceerde indruk, maar geleidelijk raken het strikte standpunt van de schrijver en de voortgang van het verhaal overtuigend met elkaar verweven. Ook groeit de schrijver als het ware steeds meer naar zijn helden toe. Je merkt hoe moeilijk hij het vindt om hun laatste uren te beschrijven. En het moet inderdaad verschrikkelijk zijn geweest, daar in de crypte van de Praagse kerk, waar de vier overlevende verzetsstrijders werden belegerd door 700 SS’ers. Hun laatste kogel bewaarden ze voor zichzelf. Ze maakten een eind aan hun leven in de wetenschap dat ook Heydrich dood was. Er was hun verder verteld dat in het dorp Lidice honderden onschuldige burgers waren vermoord, bij wijze van wraak. Dat heeft het sterven voor deze dappere jongemannen misschien iets minder moeilijk gemaakt.
Binet verwijst in HhhH meer dan eens naar De Welwillenden van Jonathan Littell. Ik kan het waarschijnlijk niet laten daar een volgende keer iets over te schrijven.
HhhH staat op de shortlist voor de Europese Literatuurprijs, een initiatief van Spui25, het NLF, Boekhandel Athenaeum en de Groene. Dit sympathieke initiatief geeft een centrale plaats aan het vertaalde boek. En ja, zonder vertaalde boeken zou het in de boekwinkels erg leeg worden. HhhH is vertaald door Liesbeth van Nes.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten