zaterdag 16 april 2011

Kom! Loopende op bloote voeten...

De laatste vijftig pagina’s van die dikke biografie laat ik nog een dag of wat ongelezen. Het boek heeft me een paar weken vergezeld en ik vind het nu al jammer dat ik het na dit weekend in de kast ga zetten, naast haar dunne dichtbundels. Elk detail voegde iets toe aan het beeld van vrouw en werk, geen enkel citaat verveelde me. Vasalis schreef brieven en dagboekvellen vol pakkende beelden, maar zocht als dichteres op den duur naar kale taal, naar beelden die meteen weer werden ingeslikt, naar de rand van het niets. Met als resultaat dat ze uiteindelijk niet meer publiceerde. We zullen het moeten doen met een beperkt aantal gedichten, voortaan omlijst door de analyses van Maaike Meijer, die uitnodigen om ze opnieuw te gaan lezen. Een vorstelijk levensverhaal.
Ik moest even denken aan Mallarmé en zijn verlangen om een gedicht te scheppen dat het witte papier vrijwel onberoerd zou laten. Hij probeert dat te verwezenlijken met behulp van ragfijne, spierwitte beelden die ook meteen weer worden teruggenomen: une dentelle s’abolit, een stuk kant dat tenietgaat, les vols qui n’ont pas fui, vluchten die ongevlogen zijn gebleven (van de witte zwaan die vastzit in het ijs), enzovoort. Een ijle, bijna niet-bestaande wereld. En dat is toch weer heel anders dan bij Vasalis. Wat stellen sommige dichters hoge eisen aan zichzelf. Dat zijn vooral de visionaire dichters, die soms alleen nog kunnen stamelen of zwijgen. 

1 opmerking: