Afgelopen donderdag las ik, terug in de trein uit Den Haag, het boek van Jo Tollebeek: Mannen van karakter. Jo had het boek die avond in de Koninklijke Bibliotheek ten doop gehouden met een fonkelende lezing. Hij was een uiterst sympathieke mede-fellow in het NIAS, waar ik vorig jaar woonde en werkte. Wat me van zijn boek vooral bijblijft, is zijn beschrijving van de universiteitsgemeenschap rond 1900. Studenten kwamen toen nog op visite bij hun hoogleraar, namen meteen hun verloofde mee, bleven dineren of dronken minstens een kopje thee in huiselijke kring. Soms vroegen ze om een portret van de echtgenote van de hoogleraar, en hun promotor kozen ze uit vriendschap of solidariteit. Het boek gaat overigens dieper. Het handelt over literatuurwetenschappers en hun verhouding tot literatuurcritici en schrijvers. Maar het leest als een roman.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten