maandag 18 november 2013

Ingedikte Perzen

Op verzoek van het tijdschrift Filter verdiepte ik me de afgelopen tijd in leven en werken van de vertaler J.A. Sandfort (1893-1959). Zijn leven lijkt me uit de verte gezien tamelijk treurig, zijn vertalingen zijn vergeten en vrijwel onvindbaar. Het bekendst is hij gebleven dankzij Peter Altena en Michel Uyen, die in de jaren tachtig zijn archief vonden en uitpluisden, waarna ze zijn correspondentie met Céline hebben gepubliceerd, opgesierd met het enige portret dat ze uit dat archief hadden kunnen opdiepen en dat ook al niet erg vrolijk is.

Ik kende al iets van Sandforts werk omdat hij de Perzische brieven van Montesquieu had vertaald, later door mij weer opnieuw vertaald. Zijn vertaling verscheen in 1939 bij de Wereldbibliotheek. Ik kijk altijd graag nog even in oudere vertalingen om na te gaan hoe bepaalde netelige kwesties door mijn voorganger zijn opgelost. Dat doe ik in het laatste stadium, om beïnvloeding te vermijden. Ik hoefde me in dit geval niet beschroomd te voelen dat ik Sandfort als het ware verdrong: zijn vertaling was al zo lang alleen nog antiquarisch verkrijgbaar, en bovendien had hij een kwart van het origineel weggelaten. Montesquieu kon niet meer protesteren, anders dan Céline toen Sandfort hem vroeg of hij diens Voyage au bout de la nuit met een kwart mocht inkorten. Dat protest van Céline was zo heftig dat de uitgever prompt inbond. In die tijd heerste overigens algemeen de opvatting dat Voyage au bout de la nuit te lang was.
     In Sandforts vertaling van de Lettres persanes is geen enkele brief van en naar het serail terug te vinden. De Nederlandse lezers van toen hadden dus geen weet van de intriges van eunuchen en haremvrouwen, noch van de passie en het geweld waar de roman in uitmondt. Sandfort schreef bij zijn vertaling een uitvoerige inleiding, maar daarin staat niets over de inhoud van de weggeselecteerde brieven, noch over de reden waarom ze waren geschrapt. Overdreven preutsheid? Er gebeurt in dat serail natuurlijk wel het een en ander, al zal een hedendaagse jongeling niets opwindends zien in wat allemaal tamelijk omslachtig wordt gesuggereerd. Uitgeverij de Wereldbibliotheek had zich in de vooroorlogse jaren tot taak gesteld het volk te verheffen, misschien was dat de reden? Het volk diende wijze lessen tot zich te nemen over culturele verschillen. Haremverhalen pasten daar misschien niet zo bij, al vormen ze wel de rode lijn die het boek tot een aangrijpende roman maakt, tot een schreeuw van protest tegen de machteloze positie van de vrouw in het toenmalige Perzië. 
     Mijn bredere verhaal over Sandfort komt nog.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten