maandag 15 juli 2013

Goethe van reuzel, Renard op een muur

We waren in Weimar, de stad van Goethe en Schiller. De beide literaire grootmeesters staan op het plein voor het theater, beiden grijpend naar dezelfde lauwerkrans. Eenmaal thuisgekomen pakte ik Michel Tournier weer eens uit de kast. Hij schreef over Weimar, herinnerde ik me, zowel in Célébrations als in Le bonheur en Allemagne?. Het zijn erudiete, speelse en toegankelijke stukken, zoals we dat van Tournier gewend zijn. In Épilogue weimarien vertelt hij hoe hij op 28 augustus 1999 in Weimar een rede hield ter gelegenheid van Goethes tweehonderdvijftigste geboortedag. Op dat moment was het stadje compleet in feeststemming: het plein zwart van de mensen; borstbeelden van Goethe van alle soorten materiaal in iedere etalage, bij de slager zelfs een borstbeeld gecreëerd van reuzel; een restaurant waar de kelners verkleed waren als Werther en de serveersters als Lotte.
Tournier memoreert dat Goethe Frans heeft geleerd dankzij de Zevenjarige Oorlog, toen Frankfurt door het Franse leger werd bezet en een Franse officier zijn intrek nam bij de familie van de op dat moment tienjarige Wolfgang. Verder doet hij een suggestie voor een eigenaardig spelletje: noem drie kunstenaars wier leven in elkaar past. Goethe werd eerder geboren dan Schiller en ging later dan Schiller dood, Novalis werd later geboren dan Schiller en ging eerder dan Schiller dood. Ander voorbeeld van zo’n matroesjka-achtige constructie: Cézanne, Gauguin, Van Gogh. Tournier schudt ze met gemak uit zijn mouw.

In de winkels van Weimar worden veel ansichtkaarten verkocht met daarop bekende teksten van Goethe. Maar de enige tekst die ik ergens op een muur zag staan, was vreemd genoeg afkomstig van de Franse schrijver Jules Renard. In vertaling.  

Geen opmerkingen:

Een reactie posten