Ik kreeg het boek cadeau van Elly Schippers, die de oude vertaling van Nico Rost daadkrachtig en doeltreffend heeft herzien. Das siebte Kreuz verscheen in 1942 in Mexico. Niet in Duitsland zelf, want kritiek op het nazi-regime kwam uiteraard niet gelegen. Het is spannend en visueel geschreven, geen wonder dat het al in 1944 door Fred Zinnemann werd verfilmd als The seventh cross, met Spencer Tracy in de hoofdrol. Het is geïnspireerd op de werkelijkheid van vlak voor WO2: zeven gevangenen met communistische sympathieën ontsnappen uit een Duits concentratiekamp. Binnen een paar dagen worden er zes gepakt, teruggevoerd naar het concentratiekamp en daar elk aan een kruis gebonden. Eén ontsnapte gevangene weet zich te onttrekken aan de verbeten jacht van de gestapo, hij blijft vrij en zijn kruis blijft leeg. Het is een gruwelijk verhaal vol spionnen, verraad en marteling, maar het is ook bemoedigend, omdat mensen bereid blijken grote risico’s te nemen om een ander te beschermen. De stijl is terughoudend, soms bijna kaal, waardoor de inhoud des te harder aankomt. Innerlijke woelingen worden niet breed uitgemeten, wel vond ik bijvoorbeeld een gedempte verzuchting van vluchteling nr. 7. Hij heeft zich in een ijskoude kerk laten opsluiten om die nacht veilig te kunnen zijn. Daar voelt hij zich verschrikkelijk alleen, en wat hij dan denkt krijgt niet de vorm van een persoonlijke klacht maar wordt geformuleerd in de vorm van een wijsheid waar we misschien iets mee kunnen: `Alles wat het alleen-zijn opheft kan je troosten. Niet alleen wat anderen tegelijk met jou doorstaan, kan je troosten, maar ook wat anderen vroeger hebben doorstaan.’ Zo zou het lijden in een wereld zonder God toch nog enige zin kunnen krijgen. Seghers zelf was een overtuigd communiste en verhuisde in 1950 vrijwillig van West- naar Oost-Berlijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten