Er zijn ongetwijfeld niet heel veel exemplaren van gedrukt, want het boek zal vooral een beperkte doelgroep aanspreken: familie, vrienden, bekenden van de overledene en van de auteur, die ook de dochter is van de overledene. Het vertelt het verhaal van één enkele kunstenaar die niet echt beroemd was. Maar dat verhaal wordt zo goed verteld, met zo veel treffende details, dat er ook een tijdsbeeld ontstaat, waardoor het boek een bredere historische waarde krijgt. Veel sprak mij erin aan: het optimisme van de jonge kunstenaar die weldra geconfronteerd wordt met de praktische kanten van het leven. Hoe een gezin te onderhouden, hoe opdrachten te vinden? En dat in de jaren vijftig, toen de kunst al helemaal geen hoge prioriteit had. De noodzaak om geld te verdienen dreigt dan ook te gaan knagen aan de tijd die in het atelier kan worden doorgebracht, en aan de inspiratie.
Frans Fritschy, beeldhouwer en docent beeldhouwen, overleed in 2010. Wantje Fritschy, zijn dochter, is historica. Ze is gewend onderzoek te doen en documenten te analyseren. Met dit boek heeft ze een prachtig papieren monument opgericht voor haar vader. Ze heeft geprobeerd te achterhalen wat hij aan beeldhouwwerken tot stand heeft gebracht, en dat was niet altijd even gemakkelijk, want sommige van die kunstwerken waren een onnavolgbare weg gegaan. Andere zijn nog voor iedereen te zien: Sint Christoffel in de Laurenskerk in Rotterdam, het Lam Gods in een plantsoen in Mijdrecht. Fascinerend is zijn `schaaksimultaanseance': twintig schakers, elk met hun individuele kenmerken, zitten tegenover een in plexiglas uitgevoerde grootmeester. (Zie de illustratie op de voorkant van het boek.)
De auteur schrijft over de lastige omstandigheden waarin haar vader moest werken, het onverwarmde atelier, het moeizaam verwerven van opdrachten, over zijn financiële situatie die hem noopte te gaan lesgeven. Zijn creativiteit stagneerde, maar bloeide na zes jaar toch weer op, krachtiger en origineler dan ooit. Het wordt allemaal onsentimenteel beschreven, terughoudend en betrokken tegelijk.
De auteur schrijft over de lastige omstandigheden waarin haar vader moest werken, het onverwarmde atelier, het moeizaam verwerven van opdrachten, over zijn financiële situatie die hem noopte te gaan lesgeven. Zijn creativiteit stagneerde, maar bloeide na zes jaar toch weer op, krachtiger en origineler dan ooit. Het wordt allemaal onsentimenteel beschreven, terughoudend en betrokken tegelijk.
Ik citeer uit het voorwoord: `Dit boek wil een hommage zijn aan alle kunstenaars die niet weten door te dringen tot de artistieke top, maar die blijven proberen het kunstenaarsideaal waar te maken om schoonheid onder de mensen te brengen.’
Geen opmerkingen:
Een reactie posten