woensdag 9 maart 2016

Los van de tijd

Twee weken geleden nam ik afscheid van haar. Er hing een serene sfeer in het grote huis bij de Haarlemmer Hout, waar ze vijftien jaar gelukkig was geweest met haar Carlos. Ze zocht naar een geschikte bestemming voor de Franse literatuur die er nogal wat planken vult. Berustend constateerde ze dat veel boeken tegenwoordig alleen nog maar goed zijn voor het oud papier. Ze vlamde op toen ze een vertaalkritiek uit de kast pakte: de schrijver van die kritiek had niet gezien dat het ging om een pastiche die zij als pastiche had vertaald, met alle stilistische overdrijving van dien.
We spraken over de invloed van het katholicisme op onze jeugdjaren: zij in Maastricht, waar het katholicisme joyeus werd gevierd, ik in Delft, waar het een calvinistische kleur had. We spraken over hoe het is om op latere leeftijd nog heftig verliefd te worden, maar ook over de personele veranderingen in het Duitse vertalershuis in Straelen en over de kleurige bloemen die net hun kopjes opstaken in haar tuin.
Veel details over haar leven staan in Met een bevroren jas en een geleend tientje, Herinneringen van Thérèse Cornips. De herinneringen zijn opgetekend door Guus Middag. De zinnen zijn schrikbarend kaal voor wie haar vooral associeert met de gecompliceerde constructies in haar Proust-vertaling. Het woordgebruik, die fascinerende mengeling van statig, zwierig en familiair, is er gemakkelijk in te herkennen. Er schemert een spannend tijdsbeeld door die herinneringen heen. De echte biografie zal nog wel komen.  
Ik sla het eind van De tijd hervonden op en kan het niet laten haar woorden en Prousts gedachten met elkaar te vereenzelvigen: `Er kwam een gevoel van moeheid en ontzetting over me in het besef dat die hele, zo lange tijd niet alleen zonder één onderbreking door mij geleefd, gedacht, van mij uitgegaan was, dat hij mijn leven, dat hij ikzelf was, maar ook dat ik hem iedere minuut aan mij vast moest blijven houden, dat hij mij torste, hoog gezeten als ik was boven op zijn duizelingwekkende top, dat ik niet bewegen kon zonder hem zo goed en zo kwaad als ik kon mee te verplaatsen.’
Afgelopen vrijdag heeft Thérèse Cornips de tijd losgelaten. Ze was negenentachtig. Ze beitelde zelf alvast haar monument in de vorm van Op zoek naar de verloren tijd.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten