dinsdag 20 december 2016

LIRA adieu!

Een prachtige dag was het, de zeventiende december 2016 in de Rode Hoed. Kees Holierhoek trad terug als voorzitter van LIRA, de organisatie die dertig jaar geleden werd opgericht en waarvan hij vanaf dat moment voorzitter was. Na de officiële vergadering volgde de lunch. Toen kwam er een interessant en vrolijk middagprogramma, met sprekers over het thema `dagboek', afgewisseld met zang en poëzie. Langdurig applaus, diner, cadeaus... Wat kan een scheidend voorzitter zich beter wensen? Ja, een goede opvolger, en die is gevonden in de persoon van Felix Rottenberg. Kees' oudste zus mocht een bijdrage leveren aan het minisymposium en ze deed dat met veel plezier. Hier volgt de tekst van wat ik daar naar voren bracht:


Ik kom uit een degelijke familie. Onder de grappenmakerij hebben wij een filosofisch-juridische inslag. Dus dit wordt een degelijk verhaal, dat cirkelt rondom een onbekend dagboek en uitmondt in een advies. Kort samengevat zal ik een aantal van mijn contacten met dagboeken van anderen aanstippen, waarbij ik geleidelijk aan dichter in de buurt hoop te komen van de onbekende kern, namelijk het geheime dagboek van iemand die niet alleen een ongelofelijk aantal jaren voorzitter was van de LIRA, maar die ook mijn broer was en blijft. Voorzitters komen en gaan, maar een familieband blijft altijd bestaan, en daar ben ik blij om. Ik zal in mijn verhaal zwaar leunen op de Franse literatuur en filosofie, want dat is mijn vak: vertalen uit het Frans. Het leverde me al vele jaren een aardige vergoeding van de kant van LIRA op, en wel wat meer dan de droevige dubbeltjes waar Hanneke Groenteman eerder op deze middag van repte. Ik ben benieuwd hoeveel ik volgend jaar krijg. Is het bedrag beduidend minder dan ik gewend ben, dan moet mijn broer al die jaren te mijnen gunste gemanipuleerd hebben met de cijfers. We wachten af…

            Ik ga iets zeggen over de dagboeken van anderen omdat ik er zelf geen heb. Wie een beetje door google dwaalt, zal zien dat het schrijven van dagboeken veelal een mannenaangelegenheid is. Vrouwen zijn meer van het corresponderen – en nu generaliseer ik uiteraard. Het lijkt of vrouwen graag schrijven naar elkaar en mannen naar zichzelf.

zaterdag 3 december 2016

Opgestane heer

De melodie blijft me vriendelijk achtervolgen. Zojuist nog dwarrelden de klanken uit een carillon op het marktplein hier in Straelen. Een week geleden zongen we het lied in de hal van een appartementengebouw  in Berlijn, waar de bewoners zich hadden verzameld om met een reeks van liederen de advent in te luiden. Toen begon de tekst met: Tochter Zion, freue dich, jauchzet laut, Jerusalem! En twee weken geleden, in mijn eigen Delft, herkende ik dezelfde melodie in Joshua, een oratorium van Händel dat werd uitgevoerd in een volle Raamkerk. Te bedenken dat ik tot dan toe alleen de versie U zij de glorie kende! Die Nederlandse vertaling van een Franse tekst van Edmond Budry heeft me nooit kunnen bekoren: `opgestane heer’, `’t verwonnen graf’,`blijde en welgezind’ … Het klinkt allemaal niet zo spannend. Ik krijg meteen associaties met een log orgel dat verwoede pogingen doet  het trage gezang van de gelovigen voort te stuwen. Nee, dan liever Joshua, het oratorium waar de melodie uit afkomstig is. Een krijgshaftige tekst over de hoofdpersoon van het oratorium, die Jericho bedwong met trompetten: See, the conquering hero comes. Je moet van die oudtestamentische vechtlust houden, maar voor Händel was het in ieder geval een gelegenheid om  flink uit te pakken: na een bijna teder, tweestemmig intro barsten zangers, strijkers en blazers los, krachtig ondersteund door de pauk. Voor mij heeft U zij de glorie de laatste weken veel meer diepte gekregen.