donderdag 21 april 2011

Intussen in het schuurtje

Of het in het schuurtje gebeurde weet ik niet precies, maar terwijl dochter Francientje in Santpoort rond het huis dartelde, deed vader René zijn onzachtzinnige dierproeven. Voor hem was een dier een automaat, een machine, en machines kunnen niet lijden, dus snij er maar op los ter wille van de wetenschap. De details vind ik met mijn hedendaagse gevoeligheid altijd moeilijk om te lezen.
                  Waaraan kon je de mens, begiftigd met een onsterfelijke ziel, onderscheiden van een zielloos wezen als een hond of een konijn? Volgens Descartes was de taal het onderscheidend kenmerk. En hoe voorkom je dat je een papegaai een ziel toeschrijft omdat het beest zich uitdrukt in woorden? De woorden van een papegaai zijn gekoppeld aan de passions, terwijl een mens zijn taal kan loskoppelen van deze `passies’. De mens kan woorden of tekens gebruiken over dingen die zich aandienen, zonder dat er een verband is met de emoties die in zijn lichaam worden opgewekt, schrijft Descartes in een brief aan de markies van Newcastle, en zelfs het meest volmaakte dier kan dat niet. En zelfs de minder volmaakte mens – een kind, een waanzinnige – kan dat wél.
            Descartes schijnt een hond te hebben gehad, die hond heette Monsieur Grat.   

zaterdag 16 april 2011

Kom! Loopende op bloote voeten...

De laatste vijftig pagina’s van die dikke biografie laat ik nog een dag of wat ongelezen. Het boek heeft me een paar weken vergezeld en ik vind het nu al jammer dat ik het na dit weekend in de kast ga zetten, naast haar dunne dichtbundels. Elk detail voegde iets toe aan het beeld van vrouw en werk, geen enkel citaat verveelde me. Vasalis schreef brieven en dagboekvellen vol pakkende beelden, maar zocht als dichteres op den duur naar kale taal, naar beelden die meteen weer werden ingeslikt, naar de rand van het niets. Met als resultaat dat ze uiteindelijk niet meer publiceerde. We zullen het moeten doen met een beperkt aantal gedichten, voortaan omlijst door de analyses van Maaike Meijer, die uitnodigen om ze opnieuw te gaan lezen. Een vorstelijk levensverhaal.

dinsdag 12 april 2011

Mastercursus

Gisteren hield ik de openingslezing voor de Intensieve Mastercursus Literair Vertalen 2011 in Utrecht. Het publiek was geïnteresseerd, vrolijk en vol verwachting. Er is dan ook een mooi programma georganiseerd voor deze combinatie van Nederlandse en Vlaamse studenten. Ze gaan samen vertalen, er zijn ateliers onder leiding van ervaren vertalers en er worden lezingen gehouden, een en ander in een afgewogen afwisseling. En dat dan de eerste week in Utrecht en de tweede week in Leuven. Alles is in evenwicht, behalve dat er meer dan 30 studentes waren en slechts 1 dappere student. In mijn lezing had ik het kort over De mooiste van Shakespeare, een bundel waarin Koen Stassijn vertalingen bijeen heeft gebracht van 22 vertalers, en laat daar nu geen enkele vrouw bij zijn, anders dan je misschien zou kunnen verwachten omdat zich altijd zo veel vrouwen voor vertaalcursussen melden. 

vrijdag 8 april 2011

Descartes en de vrouwen dl. 3

Helena en Francientje

Op zondag 15 oktober 1634 verwekt Descartes in Amsterdam zijn eerste en enige kind, hij noteert de datum met mathematische nauwkeurigheid. De moeder is dienstbode en heet Helena Jansen, terwijl de vader in het doopregister vermeld staat als Reyner Jochems, de vernederlandste vorm van: René, zoon van Joachim. Een paar jaar lang kent de eenzelvige filosoof een soort gezinsleven. Hij heeft plannen om Francine naar Frankrijk te sturen, zodat zijn dochter een behoorlijke opvoeding kan krijgen. Maar op haar vijfde jaar sterft het meisje aan roodvonk, tot groot verdriet van de ouders. Helena trouwt uiteindelijk met een herbergier in Egmond. Descartes betaalt haar bruidsschat. René en Helena moeten Nederlands met elkaar hebben gesproken. Aan zijn dochtertje had Descartes een beetje Frans geleerd.

dinsdag 5 april 2011

Descartes en de vrouwen dl. 2

Winter in Stockholm

Had zij het hem maar nooit gevraagd. Had hij maar nooit in zijn nette pak de deur van zijn huis in Egmond achter zich dichtgetrokken om naar Zweden te varen, naar koningin Christina. Begin oktober 1649 zet hij in Stockholm voet aan land. De kou is hevig, maar ’s ochtends om vijf uur staat er een koets klaar om hem van de Franse ambassade naar het koninklijk paleis te brengen. Voor Christina is dat het rustigste tijdstip van de dag, en dan wil ze les van haar filosoof. Descartes krijgt een longontsteking en overlijdt op 11 februari 1650, drieënvijftig jaar oud. Geniale teksten blijven ongeschreven, geniale ideeën ongedacht.