dinsdag 12 april 2011

Mastercursus

Gisteren hield ik de openingslezing voor de Intensieve Mastercursus Literair Vertalen 2011 in Utrecht. Het publiek was geïnteresseerd, vrolijk en vol verwachting. Er is dan ook een mooi programma georganiseerd voor deze combinatie van Nederlandse en Vlaamse studenten. Ze gaan samen vertalen, er zijn ateliers onder leiding van ervaren vertalers en er worden lezingen gehouden, een en ander in een afgewogen afwisseling. En dat dan de eerste week in Utrecht en de tweede week in Leuven. Alles is in evenwicht, behalve dat er meer dan 30 studentes waren en slechts 1 dappere student. In mijn lezing had ik het kort over De mooiste van Shakespeare, een bundel waarin Koen Stassijn vertalingen bijeen heeft gebracht van 22 vertalers, en laat daar nu geen enkele vrouw bij zijn, anders dan je misschien zou kunnen verwachten omdat zich altijd zo veel vrouwen voor vertaalcursussen melden. 


Mijn gender-blik was gescherpt door de meest recente aflevering van Filter, dat bijna alleen over door mannen vertaalde boeken gaat en ook voor het grootste deel door mannen is gevuld. Het doet aan de leeswaardigheid van het nummer niets af, maar je waant je even terug in vroegere tijden. In het eerste artikel -- `Het vertaaljaar 2010' -- maakt Ton Naaijkens er zelfs een opmerking over: `... hoe spaarzaam de vrouwen er [in deze aflevering van Filter] slecht genoeg ook in vertegenwoordigd zijn.'
Na afloop van de lezing van gisteren hebben collega Rokus Hofstede en ik nog wat lopen filosoferen over de vraag waarom poëzie veel vaker wordt vertaald door mannen dan door vrouwen. Puzzeldrift, prestige, de drang naar de grotere vrijheid waar het vertalen van poëzie toe uitnodigt? We kwamen er niet uit, op dat korte wandelingetje naar de lunch. En toen waren er weer die opgetogen studentes.   

Geen opmerkingen:

Een reactie posten