Ik kom uit
een degelijke familie. Onder de grappenmakerij hebben wij een
filosofisch-juridische inslag. Dus dit wordt een degelijk verhaal, dat cirkelt
rondom een onbekend dagboek en uitmondt in een advies. Kort samengevat zal ik
een aantal van mijn contacten met dagboeken van anderen aanstippen, waarbij ik
geleidelijk aan dichter in de buurt hoop te komen van de onbekende kern,
namelijk het geheime dagboek van iemand die niet alleen een ongelofelijk aantal
jaren voorzitter was van de LIRA, maar die ook mijn broer was en blijft. Voorzitters
komen en gaan, maar een familieband blijft altijd bestaan, en daar ben ik blij
om. Ik zal in mijn verhaal zwaar leunen op de Franse literatuur en filosofie,
want dat is mijn vak: vertalen uit het Frans. Het leverde me al vele jaren een aardige
vergoeding van de kant van LIRA op, en wel wat meer dan de droevige dubbeltjes
waar Hanneke Groenteman eerder op deze middag van repte. Ik ben benieuwd
hoeveel ik volgend jaar krijg. Is het bedrag beduidend minder dan ik gewend
ben, dan moet mijn broer al die jaren te mijnen gunste gemanipuleerd hebben met
de cijfers. We wachten af…
Ik ga iets zeggen over de dagboeken
van anderen omdat ik er zelf geen heb. Wie een beetje door google dwaalt, zal
zien dat het schrijven van dagboeken veelal een mannenaangelegenheid is.
Vrouwen zijn meer van het corresponderen – en nu generaliseer ik uiteraard. Het
lijkt of vrouwen graag schrijven naar elkaar en mannen naar zichzelf.