Afgelopen zaterdag
kwamen we bijeen. We waren met een stuk of veertig, samen een groot deel van de
kring van mensen die haar – van nabij of van wat verder weg – tijdens haar
leven hadden omringd. In zijn fijnzinnige welkomstwoord memoreerde Constantijn
Kelk haar krachtige persoonlijkheid, haar vele talenten, maar ook de huiselijke
briefjes die in Renouprez overal waren bevestigd zoals Niets door de gootsteen gooien, behalve vloeibare stoffen s.v.p.; Niet aan deze kraan draaien !!!`
Ook gaf hij een treffende beschrjving van haar late geluk
met Carlos van Regteren Altena: Wij als
vriendinnen en vrienden van Thérèse hebben haar geweldige opleving na het begin
van haar permanente samenzijn met Carlos vreugdevol aanschouwd en meegemaakt.
Ik heb nog altijd het aandoenlijke tafereel op mijn netvlies hoe zij op een
zonnige dag in Renouprez dolgelukkig samen in Carlos’ sportautootje met het dak
opengeslagen stapten om een tochtje door de omgeving te maken. Beiden waren zij
getooid met hagelwitte hoedjes op het hoofd, die met het verdwijnen van de auto
in de verte nog het langst als witte stipjes zichtbaar bleven. Carlos’
aanwezigheid betekende ieder jaar weer opnieuw een verrijking van ons verblijf
aldaar, al was het maar omdat ook Thérèse daar zo merkbaar en zichtbaar van opknapte.
Zij hebben samen nog, ondanks hun
fysieke euvelen, soms wel bewogen maar
al met al toch zeer gelukkige jaren beleefd. Carlos heeft Thérèse enorm
bijgestaan bij het doornemen van haar teksten en met vele ander dingen. Als bij
hen naar de gezondheid werd geïnformeerd, antwoordden ze het liefst: Bedonderd, maar niet tragisch. Zo kun je
met zich herhalende tia’s en met toenemende blindheid en zo meer samen toch nog
prettig oud worden.
Thérèse wilde geen familie of vrienden bij haar crematie, maar
nu konden we het een beetje inhalen, herinneringen uitwisselen en – zoals dat
ook vaak gebeurt na een uitvaart – behoedzaam overgaan tot de orde van de dag. Maud
Peereboom had er haar huis en tuin gastvrij voor opengesteld. Ik ben Maud en de
andere leden van het stichtingsbestuur buitengewoon dankbaar voor deze serene
en vriendschappelijke middag.
De Proust-bibliotheek van Thérèse rust inmiddels in het
Europäisches Übersetzer Kollegium in Straelen: de Franse Recherche in een aantal versies, haar vertalingen, de volledige correspondentie van
Proust, biografieën, allerlei commentaren. Voor wie zich nog eens in die doorleefde boekenverzameling
van ettelijke meters wil verdiepen: Straelen ligt op 10 kilometer van Venlo en
de medewerksters daar weten wat gastvrijheid is. Thérèse verbleef ooit in het
EÜK, ze verwerkte haar herinneringen daaraan nog in de ultrakorte toespraak die
ze mocht houden toen ze de Nijhoffprijs in ontvangst nam: in dat Kollegium mocht je roken en ze had er interessante
gesprekken gevoerd met Projektleiter Klaus Birkenhauer, vertelde ze. Ook die
tijden zijn vervlogen: er wordt in het Kollegium niet meer gerookt en de betreurde Klaus
Birkenhauer is al geruime tijd vóór haar gestorven.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten