Zo noemden
althans de Duitsers ´t Woudt toen het op de avond van 10 mei 1940 in hun handen
was gevallen. Maar voorstad is een wel erg pretentieuze benaming voor een dorp van rond de 40 inwoners, gelegen aan
een doodlopende weg. De vaak gebruikte beschrijving `het kleinste dorp van
Nederland’ lijkt meer recht te doen aan deze minuscule verzameling huizen en
boerderijen, gegroepeerd rondom een schattig kerkje. Ooit, in de tijd van de grote
gezinnen, had het wel bijna honderd inwoners. Tegenwoordig is het terras
van Koffiehuis De Hooiberg er op zomerse zondagmiddagen tot aan de rand gevuld, maar in de winter ligt het
dorp er verstild bij. Als ik een beetje doorfiets ben ik er in 20 minuten.
Jacques
Moerman heeft de geschiedenis van `t Woudt haarfijn uitgepluisd in zijn
gelijknamige boek. Vrijwel niets blijft onbesproken. We lezen over de alcoholminnende onderwijzer die uiteindelijk te water raakte en verdronk, we krijgen een lijst
voorgeschoteld met de inboedel van een boerderij rond 1900, er wordt ons
verteld over een jongen uit Oost-Indië die in het begin van de zeventiende eeuw
als knechtje in het dorp verzeild raakte. En hoe kwam een missaal uit ’t Woudt
in de Staatsbibliotheek van Bambergen terecht? Wanneer arriveerde er in het
kerkje een orgel, wie had dat orgel gemaakt en hoeveel kreeg de maker betaald?
Waarom woonde Jacob Campo Weyerman, een bekende auteur uit de periode van de Verlichting, er
een tijdje in de pastorie? De synthese ontbreekt, maar wat een stortvloed aan
boeiende bijzonderheden en wat een mooie plaatjes! Onlangs werd het boek
bekroond met de Oud-Westlandprijs. En de auteur, Jacques Moerman, hield op 17
december een lezing voor ons VVAO-vrouwen van de afdeling Delft, om aan onze
kerstviering nog meer glans te geven.