zondag 25 augustus 2013

Vergelijkbare problemen in Duitsland


Men maakte mij attent op een artikel in de Kölner Stadt-Anzeiger omdat mijn naam er even in opduikt: http://www.ksta.de/kultur/literatur-uebersetzer-der-nachwuchs-schwindet,15189520,24058766.html De teneur van het stuk is dat vertalers weinig verdienen en dat het vertalersbestand aan het vergrijzen is.
         Het een hangt ongetwijfeld met het ander samen: de financiële situatie van de vertalers – literair vertalers en boekvertalers in het algemeen – verslechtert. Wat zo stevig leek te zijn opgebouwd in de jaren zeventig, tachtig en negentig van de vorige eeuw, wordt nu genadeloos weer afgebroken: uitgevers brengen minder titels, boekwinkels sluiten, e-books kun je gratis krijgen, bibliotheken krimpen, consumenten hebben voor een boek nauwelijks meer iets over.
         Dat alles heeft gevolgen voor de vertalerij: minder opdrachten, bevroren en zelfs dalende tarieven. Allicht kiezen jongeren dan een ander beroep, ik kan ze op dit moment niet anders dan gelijk geven.
         Overigens vraag ik me af of alleen jongeren jongerentaal kunnen vertalen, zoals in het artikel wordt gesuggereerd. Ik herinner me een vertaalwedstrijd van anderhalf jaar geleden. De opgave was het omzetten van het gedicht `Ik ween om bloemen in de knop gebroken´ (van Kloos) in straattaal. De winnares van toen, Geertrui Marks, hoort meer tot mijn eigen leeftijdsgroep dan bij de jongeren. En zie toch maar eens het fraaie resultaat:


vrijdag 16 augustus 2013

Mijn vrienden in de kast

Weer even terug in Straelen, waar ik in het Europäisches Übersetzer Kollegium de laatste hand leg aan een boek van Foucault. Geen omgeving is zo geschikt voor de opperste concentratie die nu van me wordt gevergd.
Het is altijd weer een verrassing welke kamer je hier toebedeeld krijgt. Dit keer heb ik Zimmer 1, die via een glazen deur naar het tuintje leidt. Dat komt goed uit in deze zwoele nazomer. Verder is het de kamer met Filosofie A-M, inclusief Foucault en Descartes.
De bibliotheek van Straelen bestaat voor een deel uit naslagwerken, die een systematisch opgebouwd geheel vormen en in het centrale gedeelte staan. Het andere deel is het resultaat van giften, nalatenschappen, zolderopruimingen enzovoort. Wat hier van Foucault staat is dan ook bepaald niet compleet. Hetzelfde geldt voor Descartes, die daar bovendien staat als een zwijgend verwijt. De uitgave van de Descartes Bibliotheek van uitgeverij Boom heeft immers vertraging opgelopen. Dat heeft te maken met haperende bijdragen van andere instanties. Ooit zal het werk van Descartes volledig in het Nederlands verkrijgbaar zijn, deskundig omgeven door inleidingen en noten. Maar vooralsnog blijft het bij deel III. 

maandag 5 augustus 2013

Tekst in nevelingen

Nog even terug naar Bayreuth, waar de première van de Ring schijnt te zijn geëindigd in een pandemonium: boegeroep en schril gefluit vanuit de zaal, op het toneel een regisseur die het publiek tartte en ophitste. Ik ben eigenlijk blij dat ik daar niet bij was. Na afloop van `onze' generale repetities werd maar kort geapplaudisseerd zonder dat de uitvoerenden zich nog lieten zien, en dan ben je als publiek snel klaar.
Na die woedende confrontatie van publiek en regisseur wordt intussen op het internet met wat meer afstand en rust gediscussieerd. Hoe de fragmentarische opbouw te duiden? Kreeg Frank Castorf geen greep op de stof, of heeft hij uitdrukkelijk geprobeerd de versplintering van de huidige tijd te weerspiegelen? Wagner vertelt grote verhalen, maar de tijd van de grote verhalen is voorbij, zoals ons door enkele Franse filosofen wordt voorgehouden. Misschien heeft de regisseur daarom zo’n regen van snippers over ons uitgestrooid? Andere vraag: drijft Gunther een dönertentje, of staat dat tentje bij de fabriek waarvan Gunther directeur is? (zie het plaatje hierboven) En ook nog: moeten de krokodillen die op het toneel rondkruipen het kapitalisme symboliseren? Dat laatste is mij echt ontgaan, daarvoor had ik het verhaal van Dostojevski `De krokodil’ paraat moeten hebben, of een citaat van de Duitse cabaretier Urban Priol. En zo wordt er op het internet exegese gepleegd, wordt er gewikt en gewogen.
Castorf heeft gewrikt en gesleurd aan de traditie, maar een andere traditie lijkt onaantastbaar: er is in het Festspielhaus geen boventiteling. Ik vond dat een gemis. De gezongen teksten waren niet goed te verstaan, ook niet voor de Duitsers in ons gezelschap. De stemloze medeklinkers kwamen er vooral aan het eind van de zinnen met bijna pijnlijke helderheid uit: in der Sonne Glut, wirst du verrückt enzovoort. Maar daar moesten we het mee doen. Natuurlijk heb je de grote lijn wel in je hoofd en tevoren kun je de hele tekst nog eens doornemen, maar dan blijven toch niet alle details hangen. En dat terwijl Wagner een genuanceerd en diepgravend verhaal vertelt, hij heeft echt iets te zeggen. Zijn stijl is verre van soepel en de manier waarop hij zich uitdrukt  is soms regelrecht irritant, met al die inversies en gewrongen zinsconstructies, maar de inhoud is tamelijk essentieel. Geef mij dus wat de boventiteling betreft maar het Muziektheater in Amsterdam, waar we zin voor zin de Nederlandse vertaling kunnen meelezen. Het extra voordeel van een vertaling is ook nog dat de tekst weer frisser en spannender wordt. Dat laatste is Ring-vertaalster Janneke van de Meulen wel toevertrouwd.