In een overvolle Tram 83
Aan de eerste roman van
Fiston Mwanza Mujila, Tram 83, kun je zien dat hij al een aantal toneelstukken heeft geschreven. Het decor is de lawaaiige,
smerige kroeg waarnaar het boek is genoemd en waarnaar iedereen altijd weer
terugkeert. Het grotere decor is een gebied in Centraal Afrika, het Stadland. Hoofdpersonen zijn de gewiekste cynicus Requiem en de naïeve schrijver
Lucien. Ooit waren het vrienden, maar nu probeert Requiem de ander voortdurend een
hak te zetten. Dat heeft te maken met een vrouwengeschiedenis. Het verhaal eindigt voor de deur van Tram 83, als ze beiden op
de vlucht zijn en zich laten betoveren door de muziek die eruit opklinkt. Is die betovering tijdelijk of voorgoed? Ik
zie ze nog niet op de trein naar het Achterland stappen, maar we zullen het
nooit weten.
De schrijver zelf is wel degelijk uit
zijn geboorteland Congo vertrokken. Hij leeft in Oostenrijk en schrijft in het
Frans. Het Afrikaanse lezerspubliek wordt dus vanuit Europa bediend. Of is het boek vooral voor Europese lezers
bedoeld? De Zwitserse uitgever die zich geregeld in Tram 83 zit te bezatten zegt tegen Lucien, in wie we wel iets van de auteur kunnen herkennen: `Dit
is een platgeslagen gebied, alles moet weer worden opgebouwd: de wegen, de
scholen, de ziekenhuizen, het station en zelfs de mens. We hebben dokters
nodig, technici, timmerlieden, vuilnismannen, maar zeker geen dromers!’
Van wederopbouw komt in het verhaal
zelf niet veel terecht. Chaos en destructie overheersen. Het leven is een
gevecht waarin geen enkel middel wordt geschuwd: corruptie, prostitutie,
afpersing, drugs, geweld.
Het
wordt allemaal suggestief beschreven. We ruiken als het ware het geroosterde rattenvlees,
de urine in de gemengde toiletten, de zwetende massa die in vervoering luistert
naar het gezang van de diva van de spoorwegen. Het gewoel weerspiegelt zich
in de stijl: rommelige dialogen, onvoltooide zinnen, barokke stapelingen. Wie
het boek met enige aandacht leest, ziet ook wel elementen die geregeld terugkeren
en nog enige consistentie geven aan een wankele wereld. Wie in zo’n
wereld geboren wordt, moet onvermoeibaar, inventief en vitaal zijn.
Al
vertalend heb ik geprofiteerd van de scherpzinnige inbreng van Noor Damen,
Margriet Korteweg, Adrienne Peereboom, Willemijn Schretlen, Alice Teekman en
Elly Vlaar-van Gulik. Dank aan alle zes en veel succes bij jullie verdere
vertalingen, dames!
Fiston
Mwanza Mujila heeft op 8 december a.s. een gesprek met Lieve Joris in de OBA te Amsterdam. Naast toneelstukken schrijft hij gedichten. Zijn eerste roman bleef in Frankrijk bepaald niet onopgemerkt en werd o.a. genomineerd voor de literaire prijs van Le Monde. Hij is geboren in 1981, dus hij is nog jong. Wat zal zijn volgende roman ons brengen?